Team Mijnzzp
Scootmobiel
 
VOZ Magazine schrijft nu al bijna 8 jaar over de ontwikkelingen in de wervelende zorgsector, maar constateert dat de vele gelijktijdige verschuivingen in de zorginfrastructuur een ingewikkeld veld hebben gecreëerd. De politiek vindt daar schijnbaar een ‘passend antwoord’ op, waarbij de woorden ‘burger’ en ‘eerstelijn’ niet in de laatste plaats vaak soelaas bieden. Maar hoe ziet de huisarts dit fenomeen eigenlijk en worden de sentimenten vanuit de politiek wel gedeeld? Jolanda Buwalda, bestuursvoorzitter Stichting Amsterdamse Gezondheidscentra: “Moeten we samenwerken op recept? Eerder langs nieuwe lijnen met ruimte voor zelforganisatie en met oog voor de menselijke maat”.
 
Prof.dr. Evelien Tonkens: “Het grote probleem is dat er feitelijk geen gedeeld en algemeen streven is dat mensen zelf ergens iets over te zeggen hebben”.
 
Actief burgerschap in de gezondheidszorg is een kwestie van een goede interactie tussen burgers en de instituties die burgers bedienen. Daarbij spelen instituties een uitnodigende en verbindende rol. Maar dat gaat niet spontaan, zeker niet in onze verstedelijkte samenleving. Actief burgerschap lijkt ver te zoeken. Hebben we veel afslagen gemist in het verleden om nu toegerust te zijn om dat gesprek met elkaar aan te gaan, met elkaar te delibereren? Actief burgerschap is nu vervangen door een soort horig burgerschap. Een gesprek over hybridisering van de gezondheidszorg of toch het smoren van actief burgerschap, en dus smoren van de democratie?
 
Tweede Kamerlid PvdA Agnes Wolbert: “We kunnen nu wel constateren dat de verregaande specialisatie en fragmentatie van de zorgwerkzaamheden de afgelopen 15 jaar het hoogtepunt heeft bereikt”.
 
In deze uitgave van VOZ Magazine staan we stil bij de eerstelijnszorg en de effecten van de hybridisering op de uitvoering van de huisartsenzorg. We zien verschillende visies voorbij komen, waarbij de huisarts soms wordt neergezet als expert van de context en andere keren als de superdokter, die toch ‘alles wel kan’. Hoe ziet de politiek echter de doorontwikkeling van de huisartsenzorg in deze turbulente hybride tijden? VOZ Magazine interviewt Agnes Wolbert, Tweede Kamerlid PvdA.
 
Amsterdamse wethouder Freek Ossel: “Uit onmacht wordt naar oplegmachtsmiddelen gegrepen”.
 
“Als wethouder van Amsterdam logeer ik jaarlijks een of twee weken in een wijk in een corporatiewoning in een lastige straat of plein. Ontdaan van goedbedoelende bobo’s, loop en praat ik rond, nodig buren te eten uit, doe de groet test, bezoek ik hulphuizen, voedselbanken, ondernemers, bewoners met problemen of ideeën. Dat is vrijwel altijd een buitengemeen indringende en leerzame ervaring”. Freek Ossel vertelt. 
 
Peter van der Meer, raad van bestuur OLVG: “De zorgverzekeraar gaat voor bepaalde ingrepen aanwijzen ‘jij wel en jij niet’, zo klip en klaar gaat het worden”.
 
Het Onze Lieve Vrouwe Gasthuis, als een van de favoriete topklinische ziekenhuizen van Amsterdam en misschien wel van heel Nederland, heeft het druk. Peter van der Meer, lid raad van bestuur OLVG, heeft een aantal belangrijke speerpunten voor de komende jaren geformuleerd. Een van deze speerpunten vloeit direct voort uit de hybridisering en de druk om kwalitatief nog beter te presteren, tegen nog scherpere tarieven. Van der Meer: “Maar we willen niet alleen bezig zijn met tariefstelling, we willen ook meedenken over wat die beweging betekent voor de burger en de patiënt. Daar ligt vooral het vraagstuk voor de visie op zorg en waar delen van het zorgpalet nu het beste thuishoren”.
 
Prof.dr. Jan Kremer, hoogleraar patient-centred innovation Radboudumc: “Een patiënt is geen ding dat kapot is”.
 
Jolanda Buwalda roept op actief de verbinding te zoeken met de professional, want die heeft de kennis opgebouwd en kan veel duidelijkheid scheppen in de woelige dynamiek van hybridisering. Toch ziet prof.dr. Jan Kremer hier een grote valkuil, want is de wil van de professional wel wet? En als dat zo is, moeten wíj dat überhaupt wel willen? “Professionele zorg moeten we niet verder inrichten op basis van wat dokters nu al doen, dat gebeurt juist teveel. Wel inrichten langs de lijn van wat patiënten verwachten en nodig hebben. Zeker in samenwerking met de zorgverlener, maar vooral op basis van gelijkwaardigheid en de patiënt als vertrekpunt”, geeft Kremer aan.
 
Lees verder op:  www.vozmagazine.nl

Mijnzzp.nl